Op deze pagina's vind je tips die je kunnen helpen om via het Montignac-dieet eenvoudig af te vallen. De tips zijn afkomstig van de website Opdieet.nl.
Verminder de eetlust
Als je lijnt wil je geen honger hebben en het liefst ook geen (lekkere) trek. Toch steken deze verschijnselen soms meer dan je lief is de kop op. Gelukkig is het mogelijk om deze verschijnselen enig weerstand te bieden. Door je eetpatroon iets aan te passen, kun je je hongergevoelens redelijk de baas blijven.
Eet veel vezels
Vezels bevatten weinig calorieen en ze geven vulling aan de maag en de darmen. Hierdoor voel je je langer verzadigd, zodat je automatisch minder eet. Verder hebben vezels een gunstig effect op de bloedsuikerspiegel, waardoor het verzadigingsgevoel ook om deze reden langer aanhoudt.
Snack met groente
In groenten en fruit zitten veel voedingsvezels en hebben maar weinig calorieen. Ze zijn zeer geschikt om de lekkere trek te stillen. Je kunt daarbij denken aan wortels, paprika, komkommer of een salade. Bovendien zijn deze producten bevorderlijk voor een goede gezondheid.
Drink voldoende
Drink bij een vezelrijke voeding extra veel. Vezels nemen water (vocht) op als een spons. Wanneer je onvoldoende drinkt, blijft er niet genoeg water voor het lichaam over.
Drink minstens 1,5 a 2 liter per dag. Koffie en thee kunnen daarin
worden meegerekend.
Beperk suiker
Suiker is een echte dikmaker. Bovendien komt er na het eten van suiker veel insuline vrij. Dit is niet gunstig, want dit hormoon kan de eetlust verhogen. Ofwel, van suiker eet je eerder te veel. Dit gaat ongeveer als volgt:
Normaal gesproken blijft voedsel een tijd lang in de maag en in de darmen. Het moet eerst verteerd worden om naar het bloed te kunnen. Dit gebeurt beetje bij beetje. Het bloed ontvangt daardoor geleidelijk aan energie.
Bij suiker geldt dit niet. Na het eten komt alles in een keer in het bloed terecht. De bloedsuikerspiegel wordt daardoor snel verhoogd. Een hoge bloedsuikerspiegel is niet goed voor de aderen. Daarom moet het suikergehalte zo snel mogelijk dalen. De alvleesklier is daar verantwoordelijk voor en doet dat met behulp van het hormoon insuline.